Symboolpolitiek rond youngtimers

Deze editie van de wagenparkanalyse zoomt in op een actueel onderwerp eind oktober: de zakelijke voordelen rond het rijden in een youngtimer. Omtzigt wilde met D66, GroenLinks en ChristenUnie geleidelijk uitfaseren ervan maar stuitte op een nee van de kamermeerderheid. Over hoeveel auto’s hebben we het eigenlijk?

Allereerst de regeling zelf. Voor wie deze niet kent wat achtergronden. Berijders van een auto van de zaak genieten volgens de fiscus een voordeel door de privé gereden kilometers. Die worden belast door de cataloguswaarde van de auto bij het inkomen op te tellen tegen een bepaald percentage, doorgaans 22 procent voor niet-ev’s. Hoewel auto’s minder waard worden met het verstrijken van de jaren en de oplopende kilometers verandert die hoogte van die bijtelling dus niet mee.

Auto’s van 15 jaar oud vormen hier een uitzondering en dat is die youngtimerregeling. De bijtelling bedraagt geen 22 procent maar 35 procent. Doordat die niet over de cataloguswaarde gaat maar over de waarde in het economisch verkeer rijden bijvoorbeeld zzp’ers en ondernemers een veelal luxe en/of sportieve auto tegen een relatief lage bijtelling. Omdat het een auto van de zaak betreft wegen de andere nadelen zoals een hoger verbruik en meer onderhoud niet op tegen de voordelen want die kosten betaalt de zaak.

Spic en span

Dergelijke auto’s zijn daarom vrijwel zonder uitzondering goed onderhouden, mede om zakelijk representatief te blijven en over een betrouwbaar vervoermiddel te beschikken. Als die auto’s naar privé gehaald worden is het nog maar de vraag of dat onderhoud op die manier zou blijven plaatsvinden, gezien de kosten. De zakelijke youngtimer inruilen voor een reguliere auto van de zaak betekent een serieuze aanslag op het huishoudboekje. Het is dus maar de vraag wat de huidige youngtimerrijder zou besluiten als de regeling van tafel zou gaan.

---

De youngtimerregeling raakt grofweg zo’n vijftigduizend auto’s. Maximaal, het is immers niet gezegd dat deze actief worden bijgeteld.

---

En er is met regelmaat discussie over, dus afstel nu biedt geen grote garanties voor de nabije toekomst. Dat het ter sprake komt, heeft te maken met het beeld dat om de regeling hangt, namelijk stimulering van oude auto’s. Ook voor de youngtimerregeling werden klassiekers tegen de catalogusprijs van toen bijgeteld maar voor veel geld gemoderniseerd. Ongeacht de regeling zijn er altijd creatieven om binnen de regels de alternatieven op te zoeken.

50.000 stuks dus

Het raakt dus auto’s van vijftien jaar oud, of ouder. Grofweg is dat segment goed voor 2,5 miljoen auto’s. Alleen, voor deze analyse moeten we de 2,4 miljoen privé geregistreerde auto’s buiten beschouwing laten: alleen de auto’s van de zaak hebben bijtelling. De sector zelf heeft bijna 110.000 vijftien jaar oude of oudere auto’s geregistreerd. We hebben het dus over maximaal een ruime vijftigduizend stuks. Daarvan drinken er 43.500 benzine en met een ruime achtduizend diesels is het leeuwendeel wel gecoverd. Wacht, we tellen zelfs 39 volelektrische exemplaren, het merendeel conversies. Het cliché van de gastank in de youngtimer komt niet uit de cijfers naar boven: we tellen er nog geen tweeduizend.

Merken en modellen

Geen verrassende namen in het lijstje prominente merken binnen dit segment. De top vijf, bestaande uit Volvo, Mercedes, BMW, VW en Toyota, is vrij voorspelbaar. Opvallend is verder dat de vijf populairste modellen van Volvo, BMW of VW komen en Mercedes of Toyota niet voorkomt.

Het bericht Symboolpolitiek rond youngtimers verscheen eerst op Aftersales Magazine.